Edward van de Vendel

Leestips • Kinder en jeugd

Zo voelt dat

Bij een nieuw boek van twee makers die nog geen slecht werk hebben afgeleverd is het soms moeilijk om nieuwe woorden te vinden voor hun constante kwaliteit. Dat geldt in hoge mate voor het duo Bette Westera en Sylvia Weve. In hun nieuwe bundel Zo voelt dat zijn dingen het uitgangspunt. Dingen die gepersonificeerd worden en dus hun gevoel tonen. Hoe voelt een luie stoel zich, een kookwekker, een lantaarnpaal? Bette Westera rijmt, kadanst en ritmeert (twee van deze werkwoorden zijn geen werkwoorden, sorry) zoals ze dat altijd doet: alsof het gemakkelijk is - en dat is het niet. Gemakzuchtig ritme zien we in acht van de tien prentenboeken op rijm, maar bij Westera is nooit iets mank of half.

Mijn persoonlijke favoriet uit deze bundel is de paraplu, met regels als:
Ik lig uitstekend in de hand
en werd gemaakt in Engeland.
Daar heette ik Umbrella, mooie naam, maar hier en nu
in Krimpen aan de Lek, noemt iedereen me Paraplu.
en:
De afspraak is: jij houdt mij hoog,
en ik, Umbrella, houd jou droog.

Sylvia Weve tekent er een struise dame bij die de paraplu bozig boven zich houdt, in een donkergrijze regenbui. Maar intussen is het vel van de paraplu van precies hetzelfde patroon als het vel van haar hond.
Bij een gedicht over een wachtende gedachte toont Weve een dame met drie hoofden en ongeveer vijf keer zo veel spraakwolkjes om zich heen. Je ziet de wachtende (maar nooit uitgesproken) gedachte als het ware verdrinken in die zee van volume - maar hij is níét getekend. Want tekenen wat er niet is - dat kan Weve als geen ander.
Dat laat ze in Zo voelt dat opnieuw geweldig zien, en dat is opnieuw fijn om te mogen constateren.