Edward van de Vendel

Leestips • Kinder en jeugd

Vlucht Wassilis, vlucht!

Corona bracht mij An Rutgers van der Loeff. In de eerste lockdown begon ik aan een boek dat ik sinds mijn kindertijd al in bezit had, maar nooit las vanwege de stomme titel en het stomme omslag - ik heb het over Rossy, dat krantenkind - maar het boek bleek fascinerend fantastisch en dat gold ook voor veel van haar andere werk. Deze grote Nederlandse kinderboekenschrijfster (1910-1990), die om onbegrijpelijke redenen wat in de vergetelheid is geraakt, is nu een van mijn Lievelingsauteurs Aller Tijden. Ik bestelde alle titels en lees nu met kleine teugen, want het is zonde als er geen nieuwe Rutgers van der Loeff meer te ontdekken valt. Van mijn leeservaringen deed ik hier al verslag, en nu stond ik mezelf een nieuwe smaakproeve toe, haar kinderroman uit 1962, Vlucht Wassilis, vlucht.

Als we in het nieuws nu iets lezen met de elementen 'Griekenland' en 'vluchtelingen', dan gaat het meestal over hoe de centrum-rechtse regering in dat land hard optreedt tegen vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië. Maar in de jaren vijftig waren er vluchtelingen uit Griekenland zelf, bijvoorbeeld omdat boeren ten tijde van de burgeroorlog in de tweede helft van de veertiger jaren naar Albanië hadden moeten vluchten, waar ze in kampen terechtkwamen. Vlucht Wassilis, vlucht speelt net daarna, wanneer de Griekse regering die boeren terug laat komen en opnieuw tijdelijk opvangt in (nu Griekse) vluchtelingenkampen. Het boek begint met de jonge Wassilis, die met zijn moeder en kleine broer en zus opeengepakt staat in een open vrachtwagen en 'terug naar eigen land' gevoerd wordt. Meteen valt al op hoe Rutgers van der Loeff haar hoofdpersonages levendig introduceert. De eerste zin is bijvoorbeeld: 'Sta toch niet aldoor op mijn tenen,' gromde Wassilis.

En wat ook meteen duidelijk wordt is hoe deze auteur altijd genuanceerd te werk zal gaan: Wassilis, die dus Grieks is, weigert om de Albanese soldaten volledig als vijand te zien. 'Zolang hij zich herinneren kon, was hem ingeprent, dat de Albanezen zijn doodsvijanden waren. Maar hij had er niet veel van gemerkt in het vluchtelingenkamp waar ze al deze jaren hadden gewoond. Eerder had hij buurman Peppos zijn doodsvijand gevonden, of Nikola uit barak 5, die niet goed snik was en een keer petroleum over moeders groentetuintje had uitgegegoten.'

Behalve de nuance valt hier ook de rake, sprekende detaillering op (dat overgieten met petroleum!). Hoe vond Rutgers van der Loeff zulke details? Nou ja - door haar geweldige research, uiteraard. Maar ze schreef niet in internettijden, dus háár Google Maps was naar Griekenland zelf gaan, er een tijdje in een vluchtelingenkamp verblijven en daarna Athene en nog andere plaatsen te bezoeken. Zo bewonderenswaardig. Wie Vlucht Wassilis, vlucht leest, verbaast zich dan ook over de filmische achtergronden.

Dat Wassilis een innemend pechjongetje is dat er toch steeds weer bovenop komt, onder andere door zijn eerlijkheid, energie en menselijkheid, kennen we ook uit veel van Rutgers van der Loeffs andere werk - deze schrijfster houdt over het algemeen niet van defaitisten en lotsaanvaarders. Dat ze een flink hollend plot gebruikt, waarin haar figuren beslist niet gespaard worden, weet ook iedereen die haar werk al eens las. Het is in Vlucht Wassilis, vlucht niet anders. En wat me daarnaast zo aanstond bij dit boek was, ook opnieuw, haar durf. Haar volledige gáán voor een onderwerp. Vlucht Wassilis, vlucht hoort bij haar betere werk, en nee, ik zal dat joch met zijn paarse kussentje niet snel vergeten.