Edward van de Vendel

Leestips • Queer

Terug naar Reims

Wie zich een beetje heeft verdiept in de boeken en de tweets van de jonge Franse schrijver Édouard Louis, weet dat hij bevriend is met de filosoof en socioloog Didier Eribon. Van die laatste verscheen nu de vertaling van Retour à Reims, een essayboek uit 2009.
Het boek is gedeeltelijk een mémoir en gedeeltelijk een verhandeling. Het gaat over Eribons persoonlijke geschiedenis. Hij groeide op in de buurt van Reims, in een arbeidersgezin. Na zijn verhuizing naar Parijs als twintigjarige komt Eribon er dertig jaar lang niet meer. Totdat zijn vader sterft en Eribon het contact met zijn moeder herstelt. Dan komt hij tot dit besef: dat ik destijds Reims móést verlaten heeft niet alleen, zoals hij tot dan toe dacht, te maken met zijn homoseksualiteit, en het streven naar ‘zichzelf kunnen zijn’, maar ook met ontsnappen aan de árbeidersklasse’, oftewel: het streven naar ‘zichzelf niet meer hoeven te zijn’. 

Het boek is bij vlagen lastig leesbaar voor iemand die, zoals ik, geen of weinig filosofische kennis heeft. Ook is de stricte indeling in klassen als ‘de arbeiders’ en ‘de bourgeoisie’ misschien vooral Frans, en niet een op een over te dragen op de Nederlandse situatie. Maar toch is het boek interessant, juist ook voor Nederland, want het onderzoekt hoe het toch kon dat de arbeiders vróéger (jaren vijftig, zestig, gedeelte zeventig) links waren en daarna de grote switch maakten naar (extreem) rechts. Wat hebben de politici losgelaten, wat hebben ze bewust veranderd, en vooral ook: waar werd het voorheen wel aanwezige maar minder voluit ingezette racisme opeens een grote pion in de (extreem-)rechtse bewegingen, en dus ook bij de mensen die op deze partijen stemmen? Of maken de nationaal-populisten daar alleen maar gebruik van? Je wordt er herhaaldelijk door aan het denken gezet, hoe ingewikkeld een en ander soms ook beschreven is.

Heel helder zijn dan weer de mémoir-gedeeltes. We lezen over de afkomst van Eribons ouders, hoe het hún ouders verging, we lezen over de gesprekken van Eribon met zijn moeder en we lezen over hoe de zeventienjarige Eribon in Reims de ontmoetingsplekken voor homo’s ontdekte en door de contacten daar – hoe gevaarlijk soms ook – zichzelf kon ontplooien.

Het sterke van dit boek is de precisie, het persoonlijke en zeker ook het schetsen van de grotere politiek-maatschappelijke tendensen in een Europees land, dat welzeker spiegelingen heeft in ons eigen land.